Wanneer uw huisarts bij u een verdachte moedervlek heeft ontdekt wordt u verwezen naar de dermatoloog. In onze kliniek DermaZuid volgt u een vastgelegd traject: het zorgpad melanoom. In dit zorgpad zijn alle noodzakelijke stappen beschreven die van belang zijn voor een juiste behandeling.
We geven u met het zorgpad inzicht in het traject waarin u zit: wat is de volgende stap, wanneer kunt u die verwachten en wie begeleidt u daarbij?

Indien er sprake is van uitgebreide (uitgezaaide) ziekte, dan verwijst uw Dermatoloog van DermaZuid u door naar een in melanoom gespecialiseerd ziekenhuis zoals MUMC+.

Symptomen

Bij een veranderde moedervlek, kan er sprake zijn van een melanoom. Een moedervlek kan bijvoorbeeld groter of dikker worden, en/of van kleur of vorm veranderen. Het is daarom altijd verstandig naar uw huisarts te gaan als u één van deze veranderingen opmerkt. Een melanoom kan er ook uitzien als een bruin of zwart bultje. Soms heeft een melanoom gedeeltelijk of helemaal geen kleur (wit of roze) en is daardoor moeilijk te herkennen. Een melanoom kan jeuk veroorzaken. Later kan er pijn of een bloeding optreden of een zweer ontstaan.

Diagnose

Tijdens het eerste consult zal de dermatoloog de moedervlek met het blote oog, maar ook met behulp van een dermatoscoop (handmicroscoop) beoordelen. Op basis van dit onderzoek kan de dermatoloog met enige zekerheid vaststellen of het om een melanoom gaat.

Behandeling

Eerste operatie
Wanneer er een sterke verdenking bestaat, zal de moedervlek tijdens de eerste afspraak worden verwijderd. Dit heet een diagnostische excisie en gebeurt onder plaatselijke verdoving. Eerst wordt er dan een foto gemaakt voor in uw patiëntendossier.
Na verwijderen van de moedervlek wordt deze opgestuurd naar de patholoog. Deze beoordeelt de moedervlek onder de microscoop. Meestal is de uitslag van dit onderzoek bekend op het moment dat de hechtingen worden verwijderd. De dermatoloog zal de uitslag met u bespreken.
Als er onzekerheid bestaat zal patholoog overleggen met collega’s of aanvullende onderzoeken doen op de moedervlek. Daarom is de uitslag niet altijd bekend bij het verwijderen van de hechtingen. Dat betekent niet automatisch dat het niet goed is.
Indien de uitslag van het microscopisch onderzoek uitwijst dat de moedervlek geen melanoom is, kan de behandeling worden afgesloten. Wanneer het wel om een melanoom gaat zal een tweede ingreep noodzakelijk zijn. Dit heet een therapeutische excisie.

Tweede operatie
Als de patholoog besluit dat het een melanoom betreft, wordt direct ook de microscopische dikte bepaald: de Breslow-dikte. Aan de hand van die dikte wordt bepaald wat er vervolgens moet gebeuren. De casus wordt verder besproken tijdens MDO-overleg. Als de Breslow-dikte kleiner of gelijk is aan 1 mm wordt 1 centimeter rondom het litteken verwijderd. Dat gebeurt bij voorkeur binnen 6 weken nadat de diagnose is gesteld, meestal eerder en door uw eigen dermatoloog van DermaZuid. Doorgaans kan ook deze ingreep onder plaatselijke verdoving plaatsvinden.
Indien het betreft een melanoom Breslow-dikte groter dan 1mm wordt U doorverwezen naar de dermato-oncolgische team van het MUMC+ in Maastricht. In sommige gevallen wordt geadviseerd om ook een lymfklieronderzoek te doen. Dat heet een schilwachtklieronderzoek (sentinel node procedure). Dit is een operatie waarbij onderzocht wordt of er tumorcellen in de schildwachtklier zitten. De schildwachtklier is de lymfeklier waar eventuele uitzaaiingen het eerst worden ‘uitgezeefd’. Als blijkt dat de schildwachtklier geen tumorcellen bevat, hoeven de andere lymfeklieren niet te worden weggenomen.

Nazorg

Na uw behandeling, komt u een aantal keer terug naar de DermaZuid voor een controleafspraak bij de dermatoloog. Hoe vaak en met welke regelmaat dat is, hangt af van de behandeling die u heeft gehad en het stadium van uw ziekte. U heeft de controleafspraak in de DermaZuid kliniek, en in sommige gevallen ook met uw oncologisch chirurg van het ziekenhuis.
Tijdens de controle bekijkt de dermatoloog uw huid of er eventuele verdachte plekjes te zien zijn. Ook kan de dermatoloog de regionale lymfeklieren controleren.

Omdat de diagnose melanoom – ondanks alle uitleg en informatie die wordt gegeven – regelmatig voor onrust bij de patiënt zorgt, is het belangrijk niet met die onrust te blijven lopen. Het is dan beter om contact op te nemen met uw dermatoloog of huisarts. Het eerste jaar na de laatste controle kunt u zonder verwijzing van uw huisarts bij uw dermatoloog in DermaZuid terecht.

Zelfcontrole

Het is erg belangrijk om uw huid goed in de gaten te houden. Mocht u veranderingen in uw huid zien, neem dan contact op met uw dermatoloog.

Vooruitzichten

De vooruitzichten bij een melanoom zijn sterk afhankelijk van de kans op het ontstaan van uitzaaiingen. Omdat de meeste patiënten in een vroeg stadium van de ziekte worden behandeld, zijn de vooruitzichten doorgaans gunstig. Hier geldt hoe dunner het melanoom, hoe groter de kans op volledige genezing.
De overleving van patiënten met een dun melanoom (dunner dan 1 mm Breslow-dikte) ligt erg hoog, tegen de 100%. Voor melanomen met een grotere Breslow-dikte is dat percentage lager.
Meer informatie over deze vorm van huidkanker vindt u op de website van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (www.nvdv.nl), stichting Melanoom www.stichtingmelanoom.nl, en de website Kanker http://www.melanoom.nfk.nl/stichting_melanoom.